IJsland 2021 – Het volledige reisverhaal

IJsland

Vorig jaar werd er niet geblogd. We gingen voor een tweede keer op reis naar Zweden waardoor ik er van uit ging dat er weinig interesse zou zijn van het thuisfront; en het merendeel van de foto’s bestond uit Dieters blote poep in één of ander meer in the middle of nowhere waardoor deze niet voor publicatie vatbaar waren. Edoch kreeg ik hier en daar een opmerking of vraag “Awel? En waarom werd er niet geblogd?” en zodus zijn we alweer hier met een vers reisverhaal van een jong gezin (hahaha) met jonge kinderen die deze keer naar het warme en exotische (hahahahahaha) IJsland trekken!

Het jonge gezin bestaat uit Dieter (36 jaar), Kato (u weet het, nog steeds 28 jaar), Isaak (7) en Adriaan (5).

Onze reisroute is een klassieke IJsland route en ziet er min of meer als volgt uit:

Dieter en ikzelf zijn 9 jaar geleden reeds in IJsland geweest met de familie Deckers en hebben erg fijne herinneringen aan dit prachtige land. We kijken er naar uit om opnieuw de geweldige natuur te zien, ditmaal met ons eigen gebroed er bij. Binnen 2 weken vertrekken we.

Isaak kijkt er naar uit om vulkanen te zien; Adriaan wil graag op een geiser gaan zitten om de lucht in geschoten te worden en kijkt er naar uit pinguïns te zien. We hopen dat hij puffins bedoelt. 

Tot binnenkort!

posted on 27 juni 2021

Naar IJsland; Krysuvik en Seltún

Na een lichtelijk paniekerig telefoontje richting de ambassade van IJsland eerder deze week omdat de reispas van Adriaan maar geldig is tot een week nadat we terugkeren van IJsland (wat overigens – zoals we initieel dachten – inderdaad geen probleem blijkt te zijn) was het tijd om onze koffers te maken voor IJsland. Terwijl we zonnige foto’s doorgestuurd kregen van vrienden die in Italië en Kroatië op reis zijn zochten wij op zolder mutsen, handschoenen, buffs en ski-jassen bijeen en vroegen we ons een fractie van een seconde “Waarom toch?” af.

Het inchecken verliep wat trager dan anders, logisch, iedereen moest zowel een vaccinatiebewijs als een soortement van passenger location form voor Ijsland voorleggen alvorens hij kon inchecken. Maar eens ingecheckt verliep alles ongelofelijk vlot en was het zeer, zeer rustig in Zaventem. Droevig eigenlijk, wederom te beseffen wat corona allemaal teweeg gebracht heeft.

Eens in IJsland aangekomen was het tijd om onze monstertruck op te pikken en door te rijden richting onze eerste verblijfplaats. We maakten eerst een tussenstop bij Kleifarvatn, een van de diepste meren van Ijsland waarvan men zegt dat er een monster in woont in de vorm van een worm en de grootte van een middelgrote walvis. Waar woont die dan? Welke vorm heeft die? Is het dan een worm of een monster? Kan die uit het water kruipen? Waarom heeft die geen poten? Hoe groot is die dan?

Niet veel verder werden we meteen ondergedompeld in waar IJsland zo bekend voor staat: pruttelende modderpoelen, sissende stoombronnen en kleurrijke zwavelafzettingen. Krysuvik & Seltún was het plekje. Buiten een paar enkelingen waren we hier zo goed als alleen. Geweldig. Een andere eigenschap van IJsland die je minder snel op toeristische sites zal zien staan is het feit dat het op zulke plaatsen nogal fel naar rottende eieren riekt. Isaak staat dus pertinent met zijn neus dicht op alle foto’s de komende twee weken.

Hoe dan ook, zelfs Isaak moest toegeven hoe geweldig hij het vond. 

Het was dan ook wel echt surreëel en een geweldig begin van onze vakantie.

Nadien reden we verder naar onze eerste guesthouse (Eldhestar Guesthouse) waar zowel Isaak als Adriaan superhard onder de indruk waren van de vloerverwarming, we een lekker stuk vis aten en alle jongens in bed gooiden. Het is hier 2 uur vroeger dan in België dus het was een lange dag voor de jongens (zowel voor de kleine als voor de grote blijkbaar, want zelfs Dieter ging om 20:00 mee op stok). Onze plannen voor morgen hangen een beetje van het weer af, maar als alles mee zit gaan we iets best cools doen. Fingers crossed.

posted on 11 juli 2021

Fagradalsfjall, Kerid, Strokkur, Gulfoss en een niet zo goed bewaard geheim

Er stond vandaag iets op de planning dat we moésten doen nu we hier waren. We reden terug naar Snaefellsnes peninsula omdat deze sinds een aantal maanden vaak in het nieuws komt: de vulkaan in Fagradalsfjall barst sinds maart 2021 uit en zorgde voor verschillende lavastromen. De krater barst tot op de dag van vandaag nog regelmatig uit en zorgt voor vuurwerk. Jammer genoeg is het al een paar dagen rustig op de eruptie site èn was de krater niet zichtbaar door de dichte mist maar dat weerhield ons er niet van om aan de korte wandeling richting de lavastroom te beginnen. Zelfs in de harde wind en mist was het meer dan de moeite. Eenmaal boven zagen we kilometers ver verse warme, rokende lava van een paar weken oud. Het rook er verbrand en de lava was nog steeds gloeiend heet op de meeste plaatsen.

Daarna reden we door richting Kerid waar je rond een eeuwenoude krater kan wandelen. Ook dit was meer dan de moeite om even mee te pikken op weg naar de ‘golden cirkel’ van Ijsland.

Vervolgens zetten we onze weg verder richting een van dé klassiekers van IJsland: de geiser Strokkur. De kinderen dachten dat de geiser “tot een half boompje” hoog zou spuiten, hun verbazing was dan ook groot toen hij tot 30 meter hoog zijn water uitspuwde. Ze waren danig onder de indruk.

Daarna reden we door naar de nabijgelegen waterval Gulfoss.

Diegenen die ons al langer kennen weten dat Dieter en ikzelf 9 jaar geleden ook reeds in IJsland geweest zijn met de gehele familie Deckers. Ik diepte voor de gelegenheid een foto op uit de oude doos. Zoek de 2 verschillen (tip: ze maken doorgaans veel lawaai).

We eindigden de dag in een niet meer zo lokaal bewaard geheim, de Hrunalaug warmwaterbron. Volgens het internet gaan locals er baden en kan je er dus een praatje maken met een paar echte IJslanders maar de enigen met wie wij een praatje konden maken waren een moeder en dochter van New York en een drietal vrienden van Colorado. Tot zover het goed bewaarde geheim 🙂 Maar het moet gezegd, wat een geweldig plekje was dit.

We eindigen de dag in ons hotel van de avond, hotel Laekur, waar Isaak meteen vriendjes werd met de twee huisgeitjes. We gaan zometeen iets eten en duiken daarna ons bed in. Moe maar voldaan door de vele indrukken van vandaag.

posted on 12 juli 2021

Langs de F35 naar Kerlingarfjöll en Hveravellir

Om 6:00 waren Isaak en Adriaan al fris en monter uit hun bed. Wij volgden even later, weliswaar iets minder fris en monter. Terwijl we ons klaarmaakten voor de dag werden de kinderen vriendjes met de huisgeitjes. Na een lekker ontbijt waarbij Dieter genoot van het gekookt IJslands lam met kruiden en de gerookte versie er van waren we helemaal klaar om aan onze dag te beginnen.

Vandaag stond er iets op het programma dat niet tot de standaard ringweg-rondreis-door-Ijsland-van-14-dagen behoort. We moesten er een tijdje voor door het binnenland rijden wat op zich al de moeite was. We namen de Kjölurroute (F35), een hooglandroute die grotendeels uit een desolate steenwoestijn bestaat.

Na een tijdje rijden kwamen we aan bij Kerlingarfjöll. Hier vind je stomend hete bronnen, pruttelende modderpoelen, zwavelafzettingen en roodbruine bergtoppen die ook in de zomer deels met een dikke sneeuwlaag bedekt blijven. Ijsland is het land van vuur en ijs, en dit is zo’n plekje waar deze twee samenkomen. De geothermische regio van Hveradalir is een surrealistisch ogend gebied door de sneeuw in combinatie met de extreme hitte van de warme bronnen. Ik probeerde foto’s te kiezen die deze plek eer aan doen, maar het is feitelijk onmogelijk om dit op beeld vast te leggen. Dit was zó buitenaards mooi!

Een poging tot enkele kiekjes:

Enfin, u snapt het wel: neem uw bucketlist er bij en zet het er op 🙂

We reden vervolgens verder tot Hveravellir omdat zich daar ook een hetebronnengebied bevindt. Sissende gaten in het aardoppervlak waaruit zwaveldampen opstijgen, kokend water dat uit de grond komt, helderblauwe warmwaterbronnen en als kers op de taart: een natuurlijke hot pot met een geweldig uitzicht. Die laatste leidde ook meteen tot de fail van de dag: nadat we ons omkleedden in de koude wind en snel naar de hot pot sprongen verbrandde Dieter ei zo na zijn beide benen. De hot pot was té warm om in te gaan zitten. Nadat we ons terug omgekleed hadden in de ijzige wind kwam er een familie Ijslanders aan die zich doodleuk rustig in de hot pot nestelden. Je bent een echte of niet, en wij zijn het duidelijk niet 🙂

We eindigden de dag met een cola voor de kinderen (weliswaar hun hoogtepunt van de dag), hamburger en frieten en een zonnetje (dat op het moment van schrijven jammer genoeg alweer verdwenen is).

posted on 13 juli 2021

Heel heel veel watervallen en een vliegtuigwrak.

Kiezen is verliezen, was een beetje het motto van de dag. We waren tot gisterenavond van plan om vandaag Landmannalaugur in te trekken, een stukje binnenland waar je prachtige wandelingen kan maken. Maar om dat te doen zouden we een heel stuk van de Zuid-kust links moeten laten liggen omdat alles te veel is. Omwille van het slechte weer en omdat we dachten dat watervallen, papegaaiduikers (duikpinguÏnsvolgens Adriaan) en vliegtuigwrakken meer de jongens hun ding ging zijn besloten we alsnog op het laatste nippertje om Landmannalaugur te skippen en de highlights van het Zuiden alsnog mee te pikken. En zodus werd het vandaag een rondje watervallen. Eerst reden we naar Hjálparfoss, deze baant zich via twee armen een weg naar beneden langs grillige basalstructuren.

Vervolgens reden we door naar Gjáin, een oase waar volgens ons de Efteling zijn droomvlucht op gebaseerd heeft. Als er ergens elfjes wonen (waar de IJslanders overigens in geloven) dan is het hier. Wij hebben er geen gespot, tot groot ongenoegen van Adriaan.

Vervolgens reden we door naar Háifoss, één van de grootste watervallen van het land. Deze was echt erg indrukwekkend.

We hadden intussen vandaag niet echt geluk met het weer, het gaat hier van kwaad naar erger. Het wisselde de ganse tijd tussen motregen en iets wat je toch al een stevige bui kan noemen. Daarom en om wat tijd te winnen picknickten we al rijdend in de auto terwijl we verder reden richting Seljalandsfoss & Gljúfurárfoss. De eerste is één van de bekendere watervallen van IJsland omdat je hier achter door kan wandelen. De tweede ligt er vlak naast en stort zich in een kloof waar je aan de voet van de waterval kan gaan staan.

Daarna reden we verder naar Skógafoss, een imposante waterval van 60 meter hoog.

En nog hadden we niet genoeg van watervallen! Niet veel verder vonden we Kvernufoss, een iets minder bekende waterval maar minstens even tof; ook bij deze kan je achter de waterval door lopen. Hier waren we ook zo goed als alleen wat het extra tof maakt.

Het was intussen al diep in de namiddag, dus lieten we de jongens de keuze: Ofwel gingen we naar een rots kijken waar we heel waarschijnlijk veel duikpinguïns gingen zien, ofwel gingen we naar een zwart strand kijken, ofwel gingen we naar een vliegtuigwrak kijken, al moesten we voor die laatste wel 4 km heen èn 4 km terug wandelen. De jongens kozen resoluut voor het vliegtuigwrak. Eens op de parking aangekomen begon het superhard te regenen, maar zelfs dat hield de jongens niet tegen. Vol goede moed begonnen we aan een wandeltocht die heel waarschijnlijk de meest saaie 4 km zijn die we ooit gewandeld hebben: kilometers ver zwart strand en stenen. En wind en regen. Maar de jongens hielden dapper vol, en na een klein uurtje kwamen we aan bij het vliegtuigwrak van Sólheimasandur. Het ligt er al sinds 1973 maar is pas sinds een aantal jaar gekend bij het grote publiek. Vooral dan bij het instagrammend volk. Toen Adriaan zei dat hij pipi moest doen plaste hij dus op zeer instagrammable wijze. De hipster.

Ook de terugweg trotseerden we wind en regen en het moet gezegd, de jongens stappen superflink zonder ook maar één keer te zeuren (ze moesten eens durven, ze hadden hier zelf voor gekozen.) Door- en doornat kropen we terug in de auto om richting onze volgende guesthouse te gaan. Eerst nog even een korte crisis doormaken omdat Dieter ei zo na de tank leegreed – en dat uiteraard mijn schuld was (als deze vakantie blijkt dat ik te weinig tampons mee heb schuif ik dat ook in zijn schoenen). Het was even spannend, maar we geraakten nèt op tijd bij een tankstation. Enfin, alles kwam goed en toen we aankwamen in de Glacier View Guesthouse werden we hartelijk verwelkomd in een heerlijk warm supergezellig huisje waar de tafel reeds voor ons gedekt stond. We kregen heerlijke lamssoep, vissoep en chocoladetaart en de jongens een grote welverdiende cola.

Na een douche hadden we wel genoeg water gezien voor vandaag met al die watervallen en regen en doken we ons bed in.

posted on 14 juli 2021

Gletsjers, ijsrotsen, zwarte stranden en schapen.

We stonden vandaag zowaar op met een zonnetje – Isaak was zelfs ontiegelijk vroeg om 05:00 wakker en met geen stokken meer in zijn bed te krijgen – en begonnen met een geweldig ontbijt in het geweldige Glacier View Guesthouse. Daarna vertrokken we richting Fjaðrárgljúfur waar we een korte wandeling maakten door de prachtige canyon en Dieter zijn hoogtevrees trotseerde.

We reden verder langs velden met schapen in en naast het veld, op weg naar Vatnajökull National Park. Hier twijfelden we lang of we een korte of langere wandeling naar de Vatnajökull gletsjer zouden maken omdat we om 15:30 ergens verwacht werden. We besloten het zekere voor het onzekere te nemen en maakten de kortere wandeling. Deze was zeker ook niet mis en liep tot aan de voet van de gletsjer.

We sprongen weer in de auto richting Fjallsárlón, het kleine broertje van het bekende Jökulsárlón. Onderweg vroegen we in de auto wat ze nu het leukste vonden dat ze tot nu toe al gedaan of gezien hadden. “De schapen langs de kant van de weg” gevolgd door “Ik wou dat we in België ook schapen hadden en een wei waar we tussen de schapen konden lopen” (nvdr: de opa hééft schapen in zijn wei staan). Seriously, kinders.

Hier bleven we niet lang, want om 15:30 werden we verwacht bij Jökulsárlón voor een boottocht op het meer. Adriaan vond het gewèldig dat het een boot was met banden, en we van het land recht het water in reden. Dieter en ik verwachtten er op voorhand niet al te veel van, ook omdat we ons herinnerden dat we de vorig keer vonden dat Jökulsárlón wat tegenviel. Maar misschien kwam het net daardoor dat ons dit nu wel reuze meeviel en we er zelf ook erg van genoten. We werden bovendien getrakteerd op tientallen zeehondjes die genoten van de vele vis in het meer zonder dat ze er schrik moeten hebben voor walvissen. De kinderen genoten er ook met volle teugen van en Isaak stond zelfs op de eerste rij bij de uitleg van de gids op de boot geïnteresseerd te luisteren, het deerde hem niet dat deze in het Engels was en hij er dus niets van verstond. 

We namen nog een kijkje op het ‘black diamond beach’ waar de ijsrotsen terug aanspoelen op het zwarte strand wat enorm mooie kleuren en beelden kan opleveren wanneer de zon schijnt. Hebben we toch ergens gelezen 🙂 Want inderdaad, de zon was dan wel het grootste deel van de dag van de partij, tegen een uur of 17:00 kregen we weer de vertrouwde regen en mist voor de kiezen.

We eindigen de dag in onze volgende lodge Nýpugarðar Guesthouse. Tijd voor het avondmaal nu, een warme douche en ons bed.

posted on 15 juli 2021

Een zwembad in the middle of nowhere en Hengifoss.

Dankzij een betere verduisterde kamer (het wordt hier immers nooit echt helemaal donker en de IJslanders hebben de vreemde gewoonte om meestal heel lichte of geen gordijnen te hebben) sliepen de jongens vanochtend tot 07:00. We trokken verder richting het Noord-Oosten en maakten een paar tussenstops onderweg voor wat de jongens hun favoriete bezigheid hier is: stenen in het water gooien.

Daarna reden we verder naar een volgend geweldig plekje: een containerzwembad midden in een veld. Met water van ongeveer 39°C. Niet echt duidelijk wie of wat dat daar geplaatst had maar het was zowel geweldig als een beetje surrealistisch.

En zoals je ziet was intussen het zonnetje hier beginnen schijnen! We wisten niet wat we meemaakten. Hierna zetten we koers richting het Lagarfljót meer om het eerste ijsje van de vakantie te eten en een wandeling te maken naar Hengifoss.

Adriaan en Dieter wandelden tot het einde van het wandelpad waarna ze terugkeerden want Adriaan zei plots “Ik kan mijn kaka nog twee minuten inhouden”, wat ons zorgen baarde want Adriaan weet noch wat twee minuten zijn noch is hij erg goed in iets inhouden. Dieter zette daarom met rasse schreden terug koers richting de parking (met Adriaan grotendeels in zijn armen, niet in zijn nek want hij zag al een paar horrorscenario’s passeren). Ik ging intussen met Isaak verder richting de waterval waarbij we over grote rotsen moesten klauteren. Isaak is een echte berggeit en huppelde vrolijk verder en vond zichzelf best stoer, zo alleen met zijn moeder op pad.

Eind goed al goed, er waren toiletten op de parking en we verdenken Adriaan dat hij gewoon een truukje gevonden heeft om de ganse weg door de papa gedragen te worden, want zoals hij vandaag een aantal keer zei: “eigenlijk vind ik wandelen niet zo leuk”.

We slapen vandaag op een paardenboerderij waar ze naast paarden ook een hond, konijnen, kippen, geitjes, een trampoline en een ganse reeks Donald Ducks hebben (weliswaar in het IJslands, maar dat vond Isaak niet erg); dit alles maakte veel goed voor Adriaan. Nog een halve hamburger en frieten erbij en het ventje vindt de vakantie ook leuk.

posted on 16 juli 2021

Over eitjes rapen, waterval nummer duizendachtendertigtachtig, duikpinguïns en middle of nowheres.

We sliepen afgelopen nacht bij Skorrahestar, een paardenboerderij gerund door een ouder koppel. ‘s Ochtends mochten de kindjes de boer helpen de geitjes, konijnen en kippen eten te geven en eitjes te rapen. Hun dag begon dus alvast goed. 

Na het ontbijt zetten we verder richting het Noorden. We stopten onderwege eerst om te tanken ondanks dat onze tank nog halfvol was (Dieter had zijn lesje geleerd) en om een korte wandeling naar waterval numero duizendachtendertigtachtig (Fardagafoss) te maken.

Vervolgens zetten we verder koers naar dat wat het tweede hoogtepunt van de dag van de jongens was: we gingen naar Borgarfjördur, een dorpje met een rots waar van eind april tot augustus duikpinguïns papegaaiduikers aan land zitten gedurende het broedseizoen. En of we papegaaiduikers gezien hebben! Honderden zaten er. Isaak en Adriaan keken hun ogen uit. 

We zagen dat er vlakbij deze plek nog een geocache verborgen lag. Toen Adriaan deze zonder enige hulp zèlf vond was hij zo fier als een gieter. 

Na een picknick in het zonnetje (we hadden het zelfs warm vandaag, al kan dat ook wel deels zijn omdat we onze fleecen en skijassen nog aanhadden uit gewoonte) reden we een eindje terug naar de Álfaborgofwel de elfenburcht, waar de koningin van alle IJslandse elfen woont. De kinderen zochten haar maar vonden haar jammer genoeg niet. Insert beteuterd gezicht van Adriaan. 

We maakten ook nog even halt bij een steengroeve vlakbij waar een riviertje doorliep en – hoe kan het ook anders – een waterval. We verlieten deze terug met een dam extra in de rivier en drie natte voeten (twee van Adriaan en één van Isaak). 

De laatste stop was bij een cola-automaat in the middle of nowhere, volautomatisch dankzij een zonnepaneel. Deze stond er 10 jaar geleden ook al, toen Dieter en ik hier passeerden met de familie Deckers, maar is intussen uitgebreid met een BBQ, bankje en een bloemperkje. 

We eindigen de dag in Falladyrd, een guesthouse/hotel/camping in the middle of nowhere (er ligt hier heel veel in the middle of nowhere).

posted on 17 juli 2021

Askja, Víti, Dettifoss & Selfoss

We stonden op onder een stralend zonnetje in een strakblauwe hemel. Geweldig! De jongens hun dag begon ook meer dan goed want vlakbij onze verblijfplaats (Fjalladyrd, de hoogste gelegen boerderij van Ijsland overigens) speelden er drie kleine wilde poolvossen met elkaar. Hun hol was blijkbaar vlakbij en ze maakten er gebruik van dat de mama en papa op pad waren om te jagen om buiten te spelen, nog te jong om veel schrik van mensen te hebben. 

Na het ontbijt vertrokken we op pad. Vandaag hadden we een lange rit voor de boeg die je enkel met een stevige 4 x 4 kan aanvangen: we waren van plan richting de Askja vulkaan te rijden en het Víti kratermeer. Een paar uur lang moesten we door de eeuwige zwarte lavavelden rijden, over rotsen en mul zand, door rivieren,….. De jongens mochten om de tijd te doden op de iPad een filmpje kijken. Dit hadden ze nog niet veel gedaan deze reis, wat tot gevolg had dat Isaak, toen hij zich blijkbaar door het vele gehobbel misselijk voelde worden, vertikte om de iPad aan de kant te leggen en daardoor heel zijn ontbijt terug naar buiten werkte, over zichzelf en de iPad heen. Eens uit de auto was hij snel weer de oude want na een half uur zei hij alweer dat hij honger had.

Nadat we alles opgekuist hadden vertrokken we te voet op pad, richting de Askja vulkaan. Dit onherbergzame gebied lijkt zodanig veel op het maanlandschap dat het vroeger gebruikt werd voor de training van astronauten die in het kader van het Apollo project naar de maan zouden reizen.

We wandelden over lava en mul zwart zand en zelfs heelder stukken door sneeuw tot bij het kratermeer Öskuvatn en Víti. Adriaan beweerde dat hij niet door de sneeuw kon wandelen en liet zich gewillig dragen door zijn vader. 

Het Víti meer bevat zoveel mineralen dat het een mooie groene kleur heeft. Meer nog, door geothermie is dit verwarmd tot een aangename temperatuur zodat je er in kan zwemmen. Het water is echter wel gifitig om te drinken. De afdaling naar het Víti meer was tè stijl voor de jongens, maar Dieter waagde zich er wel aan en heeft een plons gemaakt in het meer. Hij rook de rest van de dag naar een luciferstokje door de zwavelgeur van het water.

Daarna was het tijd om de terugweg aan te vangen. Adriaan liep deze keer wel flink zelf door de sneeuw om zijn cola bij het avondeten te verdienen. We doken terug de 4 x 4 in, verboden deze keer de iPad, reden nog wat verder door niemandsland tot bij Herðubreiðarlindir, een groene oase in het midden van dit gigantische lava-veld. Er was een hutje met een ranger, en op de deur hing letterlijk dat we in the middle of nowhere waren.

We doorkruisten nog een paar rivieren, kwamen een koppel Denen tegen wiens auto de rivierdoorsteek niet overleefd had en belanden uiteindelijk terug in de bewoonde wereld. Het was nog maar 17:00 in de namiddag dus besloten we nog Dettifoss mee te pikken alvorens we naar onze guesthouse reden. Dettifoss is de krachtigste waterval van Europa. Ik herinnerde me nog dat ik vorige keer van deze ook erg onder de indruk was.

En eentje is geentje, wat verderop lag ook Selfoss, u raadt het, nog een waterval. Deze is minder bekend, maar we waren minstens zo hard onder de indruk. Isaak telde niet minder dan 27 watervallen in deze enorm brede waterval.

Adriaan was intussen het wandelen moe (“Mijn buik voelt dat we 2 kilometer gewandeld hebben. Mijn buik zegt dat het genoeg is.”) dus we keerden terug naar de auto en reden door naar onze logeerplaats, Stöng Guesthouse. De jongens kregen een welverdiende cola en wijzelf konden zoals elke avond hier kiezen tussen lamb en fish. Na het avondeten staken we iedereen in de douche en waste Dieter zijn lucifergeur weg waarna het weer de hoogste tijd was om in bed te duiken.

posted on 18 juli 2021

Over blauwe ogen en Myvatn & omgeving

Na een intermezzo rond 05:00 toen Isaak uit bed viel en met zijn hoofd tegen het nachtkastje botste werden we rond 08:00 wakker in ons huisje. Na het opmeten van de schade bij Isaak (verdict: een blauw oog) gingen we ontbijten. We leerden dat de rails die schapen moeten tegenhouden niet enkel effectief zijn voor het verhinderen dat schapen de weg oversteken maar ook Adriaantjes. Na het ontbijt trokken we weer op pad voor wederom een goedgevulde dag. Wie raadt bij welke liedje we steeds Adriaan aantreffen met zijn hoofd naar boven in de auto krijgt een gin-tonic van ons.

We trokken eerst richting Leirhnjúkur waar we een korte wandeling maakten langs een nog steeds nasmeulend lavaveld en kleurrijke hetebronengebieden. Als je hier je hand op de grond houdt voelt het werkelijk warm aan.

Daarna hielden we halt bij de Víti-krater, een mooi blauwgroen kratermeer.

Vervolgens was het de beurt aan Hvrerir, één van de bekendere geothermische gebieden. Hier vind je indrukwekkende kokende modderpoelen, zwavelbronnen, sissende fumarolen, rokende warmwaterbronnen en alle kleurschakeringen van mosterdgeel tot 50 tinten grijs.

We trokken verder naar Stóragjá en Grótagjá, twee grotten gevuld met kristalhelder heet water. 9 jaar geleden nam Dieter nog een duikje in één van de grotten maar het water is intussen te heet om er nog in te kunnen zitten.

Vervolgens reden we verder naar Hverfell, een 2700 oude krater die perfect rond is. Het is een stijl eindje naar boven maar eens boven heb je wel een mooi uitzicht over de ganse omgeving. Na Hverfell was het tijd voor een koffie en een ijsje.

We eindigden de dag in de Myvatn Nature Baths, een openluchtbad die nabij Myvatn gelegen zijn en ook wel eens de Blue Lagoon van het noorden genoemd worden. Na een tweetal uren weken en dobberen was het tijd voor ons diner. We wouden graag gaan eten in Vogafjós om de jongens een plezier te doen. Dit is immers een boerderij waarbij een restaurant ondergebracht is naast de koeienstal. Terwijl je eet kan je door de ramen recht de stal binnen kijken. De jongens hadden het ongetwijfeld geweldig gevonden, maar jammer genoeg was het volzet. Dan maar op zoek naar een ander restaurantje waar het niet minder lekker was. Het was weer rond 21:30 eer we terug in onze guesthouse waren en we de jongens moe maar voldaan in hun bed smeten. En een extra stoel naast het bed van Isaak zetten.

posted on 19 juli 2021

Godafoss & Husavik

We sliepen vanochtend uit tot een uur of 08:00 en ontbeten op het gemak. De jongens staken zich vol met verse wafels die je kon maken aan het ontbijt. We pakten alles in en reden weer verder. Ook vandaag was de zon van de partij: het was tussen de 20°C en 25°C en dus T-shirt en zonnebrillenweer. Zalig! We maakten eerst een stop bij Goðafoss, u raadt het, een waterval. Wat ons hier vooral opviel was het aantal toeristen. Busladingen vol hooggepensioneerden werden hier gedropt, met wandelstokken liepen ze de 100m naar de waterval voor een uitgebreide fotoshoot alvorens weer richting de bus te hiken. 

Daarna reden we verder door naar Husavik. We kochten picknick in een plaatselijke supermarktje en aten op een geweldig plekje aan de baai.

Omdat het weer zo fantastisch was en er bijna gaan wind was boekten we ter plekke een whale watching tour. We waren eerst van plan deze in een volgende baai te doen omdat dit normaliter rustiger is, in Husavik varen ze de open oceaan op waardoor deze tours vaak een pak wilder en winderiger zijn. Maar het schitterende weer van vandaag zorgden voor de ideale omstandigheden. We zagen zeker 5 bultruggen en een hoop dolfijnen. De jongens en wijzelf vonden het geweldig! Het stralende zonnetje en de weinige toeristen aan boot maakten het helemaal af.

We trokken nog naar het plaatselijke walvismuseum waar de jongens hun ogen uitkeken, we aten nog superlekkere vis in een nabijgelegen restaurantje en daarna was het tijd om verder te rijden naar Lamb Inn, onze volgende guesthouse. Een douche en het bed in, want Adriaan viel tijdens het eten al bijna om van de slaap. Wederom een zeer geslaagde dag vandaag.

posted on 20 juli 2021

Over hotdogs, ijsjes en zeehonden.

Vandaag was een kalme dag waarop we weinig spectaculairs deden. We sliepen uit en ontbeten op het gemak. We pakten onze koffers en reden verder richting Akureyri. We staken er een kaarsje aan voor mama in het plaatselijk kerkje, wandelden wat rond in het stadje en slenterden rond in de botanische tuin.

Vervolgens was het tijd om de culinaire ronde van Ijsland te doen: de IJslandse nationale gerechten (naast de lamb en fish die – vaak als enige – op elke kaart staat) zijn hotdogs en soft ijs met een topping op. Wat die toppings betreft kan je het zo zot niet bedenken of je kan het op je ijs vragen. Van de klassieke chocoladeschilfers over stukken mars tot heelder lekstokken. In een typische crèmerie hier vind je in de toog niet de verschillende smaken ijs maar alle verschillende toppings uitgestald.

De hotdogs smaakten, en er was maar één iemand die achteraf onder de ketchup hing (spoiler alert: het was noch ik, noch Isaak, noch Adriaan). Isaak en Adriaan waren héél content met hun clown-ijs (softijs met een hoedje van chocoladesaus en snoep erop zodat het op een clown lijkt). En Dieter hing ondertussen niet enkel onder met ketchup maar ook met ijs.

Daarna reden we verder richting Grettislaug. Dit zijn twee hot pots op een afgelegen plaats, gemaakt door de kleine guesthouse ter plekke. Deze guesthouse is maar twee maanden per jaar open leerde het guestbook ons. Een man met een baard zat er op zijn gemak eventuele bezoekers op te wachten. Het waaide ongelofelijk hard vandaag, maar het water was lekker warm. 

Vervolgens trokken we verder richting het Vatnsnes schiereiland. We spotten er zeehonden langs de rotsachtige kust en Hvitserkur, een mooie rots in het water. Daarna reden we verder richting Hotel Laugarbakki, een redelijk groot hotel, toch zeker in vergelijking met de eerdere verblijfplaatsen, maar het eten was er lekker en de jongens waren echt uitzinnig toen ze de schommel vooraan zagen staan.

posted on 21 juli 2021

Westfjorden deel 1: Het einde van de wereld, warme rivieren & verse vis

In de hotelkamer was er een twijfelaar, een enkel bed en een dubbel bed. Isaak eiste de twijfelaar op maar Adriaan weigerde om alleen te slapen (ook al stond het enkel bed in dezelfde kamer als het dubbel bed – hij zei dat hij bedoelde dat hij tegen iemand wou liggen), waardoor Adriaan uiteindelijk bij mij in het dubbel bed belandde en Dieter verbannen werd naar het enkele bed.

We vertrokken pas tegen 10:00 ‘s ochtends richting de Westfjorden. We kwamen meer schapen dan mensen tegen en hadden het gevoel dat we op weg waren naar het einde van de wereld . We stopten af en toe onderweg om stenen in het water te gooien (tot Adriaan plots een op een steen gelijkende schapendrol vast had). In Hólmavík deden we wat inkopen voor de middag en morgenvroeg en aten de jongens wat volgens ons de meest Noordelijke pannenkoek met Nutella van heel Europa was. Dat we daarvoor tot hier moeten rijden.

We cruisden door de IJslandse Westfjorden op weg naar Norðurfjörður. Onderwege kwamen we nog een warme (!!) rivier tegen en een hot pot, maar we besloten verder te rijden tot aan onze eindbestemming waar een openlucht zwembad zou zijn met zicht op zee en waar men al walvissen heeft kunnen spotten vanuit het zwembad. 

Google leerde ons dat Norðurfjörður om en bij de 53 inwoners heeft, we vermoeden dat we ze alle 53 tegengekomen zijn in het zwembad, hoe desolaat de weg er naar toe ook was, het was een komen en gaan van mensen in het zwembad.

Nadien keken we nog even toe hoe de vissersboten in de haven de verse vangst van de dag op de kade losten en aten we in het restaurant er naast – uiteraard – verse vis. We eindigen de dag straks met popcorn en een film in ons huisje om morgen verder te rijden – ‘t is te zeggen, eerst een stuk terug, want momenteel zitten we echt wel op het einde van de wereld.

posted on 22 juli 2021

Westfjorden deel 2: Drangajökull en Ísafjörður

Op één of andere manier was Adriaan er vannacht weer in geslaagd om bij mij in bed te kruipen en werd Dieter verbannen naar het zetelbed met Isaak. We stonden redelijk vroeg om omdat we vandaag wel wat kilometers doorheen de Westfjorden moesten doen. Jammer genoeg heeft de zon ons niet gevolgd naar de Westfjorden en miezerde het ‘s ochtends vroeg al. We maakten onderwege een korte stop bij een scheepswrak waarna we door reden richting de Drangajökull gletsjer om daar een wandeling te maken. 

De Drangajökull is de meest Noordelijk gelegen gletsjer van Ijsland en ook de enige die nog steeds in omvang toeneemt. De vallei was compleet verlaten en hadden we volledig voor onszelf, afgezien van 2 andere toeristen die toevallig samen met ons de wandeling aanvatten. We spraken elkaar kort in het Engels over het regenweer en de wandeling waarop ze tegen elkaar begonnen in het sappig Limburgs. Het ijs was dus snel gebroken en we babbelden nog wat verder voor we elk de tocht aanvatten.

Het bleek al snel een uitdaging om droge voeten te houden. Daar waar we in het begin van de wandeling nog ons uiterste best deden om het droog te houden:

Gaven we dit na een uurtje op en zorgden we er enkel nog voor dat de kinderen droge voeten hadden:

Het is ons uiteindelijk gelukt om tot aan de voet van de gletsjer te wandelen waarna het hoog tijd was om terug om te keren. We stapten uiteindelijk 10 km door moeilijk terrein en door wind en regen, we waren echt fier op de jongens dat ze dit zo goed gedaan hebben. 

We reden nog een eind door tot Ísafjörður, met 2700 inwoners is dit de hoofdstad van de IJslandse Westfjorden. Soms heb je van die dorpen of stadjes waar je direct iets mee hebt en waar je wel dagen zou willen of kunnen verblijven. Soms heb je dat niet. Ik voel het hier althans niet. Er hangt een beetje een vreemde sfeer, de gebouwen zijn verlaten of leegstaand, de straten zijn leeg en wat mistroostig, het is ook gewoon zo ver van alles. Maar anders ver dan ik het graag heb. Enfin, ik ga zwijgen vooraleer het hier te melancholisch wordt. Ik ga alvast blij zijn om hier morgen terug te kunnen vertrekken. Hoe dan ook, de vis ‘s avonds was lekker en de hamburger, frieten en cola smaakten de kinderen enorm en waren meer dan verdiend na hun tocht van vandaag!

posted on 23 juli 2021

Westfjorden deel 3: Þingeyri, Dynjandi en Reykjafjarðarlaug

De dag begon goed met een voorzichtig waterig zonnetje terwijl we Ísafjörður achter ons lieten en verder sjeesden door de Westfjorden. We reden eerst richting Suðureyri, een klein vissersdorpje. We hadden gelezen dat je hier in een lagune vissen kon voederen, wat ons wel leuk leek voor de kindjes. We informeerden ons bij de enige twee mensen die we vonden in het voor de rest verlaten dorp maar die keken ons aan alsof we vroegen waar we de toren van Pisa konden vinden. Uiteindelijk vonden we de lagune alsnog ietsje buiten het dorp, maar van zodra we uitstapten werden we aangevallen door Arctic Terns(Noordse Sternen), een weliswaar mooie vogel maar die zeer venijnig kunnen aanvallen om hun kleintjes beschermen. Het was zodanig erg en het waren er zodanig veel dat we vlug terug de auto in vluchtten. Terug in de auto zagen we dat er inderdaad tientallen kleintjes aan de oever van de lagune zaten. Geen vissen voor ons dus, en we reden verder richting Þingeyri.

Vlak voor Þingeyri riep Adriaan plots ‘zeehond!!’, we geloofden er niets van maar om de jongen een plezier te doen keerde Dieter toch zijn auto. En zowaar, er zat wel degelijk een zeehond op een rots in het water. Adriaan was uiteraard erg trots dat hij deze gespot had. 

In Þingeyri maakten we eerst een korte wandeling naar Sandafell, een kleine berg ten zuiden van het dorpje. We zagen heelder velden blauwpaarse lupine-bloemen en we hadden een schitterend uitzicht over de fjorden.

Na de wandeling aten de jongens een echte Brusselse wafel in Simbahöllin, een koffiebar uitgebaad in Þingeyri door een Belgisch-Deens koppel, waarna we verder trokken richting Dynjandi. Dynjandi is de grootste en breedste waterval van de Westfjorden. Bovenaan is de waterval zo’n 30m breed, maar onderaan dubbel zo breed. De waterval bestaat eigenlijk uit zeven verschillende kleinere watervallen die elk ook hun eigen naam hebben.

Na de waterval reden we door naar Reykjafjarðarlaug, het zoveelste verwarmde openluchtzwembad/hot pot in de Westfjorden. Het blijft toch uniek, plots ligt er midden in het niets een aangelegd zwembad met water verwarmd door een plaatselijke warmwaterbron, vaak inclusief kleedhokjes, en meestal is het zelfs gratis. Zo ook deze. Er stond zelfs een strandstoel ín het water. Het water was net iets tè warm om er uren in rond te dobberen dus na een half uurtje reden we weer verder, deze keer richting ons hotel in Patreksfjörður.

We eindigden de dag met wat pech: Adriaan en Isaak waren te hard aan het ravotten waardoor Adriaan hard van de vensterbank op zijn achterhoofd viel met een ei van een buil op zijn hoofd tot gevolg; we bleken de tandpasta van de jongens in het vorige hotel vergeten te zijn en ikzelf bleek m’n trui vergeten te zijn bij het zwembad… Kan alleen maar betekenen dat we elders wat meer geluk hebben, nietwaar moeke?

posted on 24 juli 2021

Westfjorden deel 4 – regen, regen en nog eens regen.

We stonden vanmorgen op en zagen tot onze spijt dat de regen ons ingehaald had. We sliepen afgelopen nacht in een Fosshotel, een hotelketen die we hier al meerdere malen gezien hebben. Volgens ons kan je een hele rondreis doorheen IJsland doen en enkel in Fosshotels slapen. Eén van de tekenen dat het toerisme hier exponentieel toeneemt. Het aantal toeristen nam sowieso al toe in Ijsland, in 2019 waren er 2 miljoen toeristen, door corona was er natuurlijk een grote dip waardoor er in 2020 slechts 490 000 toeristen waren. Dit jaar verwachten ze 800 000 toeristen en vanaf volgend jaar verwachten ze weer een spectaculaire toename.

We vertrokken richting Látrabjarg. Onderwege kwamen we nog een verlaten scheepswrak tegen, gouden zandstranden (ongetwijfeld zeer mooi bij mooi weer) en zelfs heel veel duinen. 

De hoge kliffen van Látrabjarg behoren tot de steilste en hoogste rotskliffen van Europa en staan bekend als dé hotspot voor papegaaiduikers in Ijsland. Van half mei tot half augustus krioelt het er van de papegaaiduikers en andere vogelsoorten. We vertrokken er voor een wandeling langsheen de kliffen. We zagen welgeteld 4 papegaaiduikers vliegen (ofwel 4 keer dezelfde, ook mogelijk natuurlijk), het begon met de minuut harder te regenen en mijn humeur daalde recht evenredig met de toename aan modder en regen. De twee oudste jongens stapten flink en stevig door, Adriaan begon het al wat lastiger te hebben maar diegene met het langste gezicht moest ikzelf wel zijn. Het feit dat we ons wederom lieten vangen (namelijk: een klif zie je helemaal niet zo goed als je er bovenop staat, idem voor watervallen trouwens) hielp niet echt. Na slechts een anderhalve kilometer ploeteren door de gladde modder en in de gietende regen en zonder ook maar een spoor van de papegaaiduikers vond ik het genoeg geweest en keerden we op onze stappen terug. Eens terug op de parking zagen we daar een hoop mensen met hun fototoestel staan. Zaten die v*rtige k*tvogels (zo benoemde ik ze op dat moment toch) toch niet gewoon op de parking daar..

We reden verder richting Krosslaug, het zoveelste zwembad bij een warmwaterbron. We dobberden lang rond in het warme water waarbij we slechts even vergezeld werden door twee meisjes maar er grotendeels alleen zaten. Zolang we in het water zaten was het gestopt met regenen maar van zodra we er uit kwamen begon het opnieuw…. We hebben het dus letterlijk geen minuut droog gehad vandaag.

Na het zwembad reden we door naar Brjánslækur waar we de ferry gingen nemen naar Stykkishólmur. De ferry vertrok pas om 18:15 waardoor we tijd zat hadden en eerst nog koffie & cake aten in een naburig restaurantje. Hier zaten nog een tiental mensen hun tijd te doden tot ze naar de ferry konden gaan wegens geen zin om nog langer in de regen te vertoeven.

De overtocht duurde een 3-tal uur en verliep traag maar goed. Eens aangekomen in Stykkishólmur zochten we nog een plekje waar we konden eten – hamburgers en fish & chips werd het – en reden we door zo mogelijks nóg hardere regen en wind naar Kast Guesthouse. Het was intussen na half elf ‘s avonds, Adriaan was intussen reeds over & out en hevelden we rechtstreeks over naar zijn bed maar Isaak was nog zeer wakker en alert.

We merken deze reis wel het verschil in leeftijd tussen de jongens: Isaak is een ongelofelijk flinke stapper, doucht zelf, poetst zijn tanden, kleedt zich aan, slaapt niet tot zelden in de auto en is ook ‘s avonds niet echt moe. Adriaan heeft bij de meest dingen nog wat hulp nodig, doet dutten in de auto en wilt bij het wandelen steevast een HANDJE!! (inclusief gebiedende wijs). Al hebben we hem enkele dagen geleden samenzweerderig tegen Isaak horen zeggen “dat hij eigenlijk wel zelf zijn schoenen kan aandoen maar soms geen zin heeft en dan doet alsof hij dat niet kan”. Betrapt.

posted on 25 juli 2021

Snæfellsnes

We stonden vanmorgen op met weer maar eens regen en vertrokken na het ontbijt voor een rondje over het Snæfellsnes schiereiland. In de voormiddag maakten we enkele korte stops bij onder andere Búðakirkja (één van de meest fotogenieke kerkjes van Ijsland – spoiler alert: niets is fotogeniek in de regen), Sönghellir (zingende grot, een grot waarbij de akoestiek fantastisch is en de jongens het beste van zichzelf gaven en het wederom eens duidelijk was hoe’n luide stem Adriaan heeft), Lóndrangar (bijzondere basalt rotseilanden die uit zee oprijzen).

We passeerden ook Djúpalónssandur, een zwart zandstrand waar nog een aangespoeld scheepswrak ligt en waar vroeger vissers van over het hele land naar toe kwamen om te vissen. Er liggen nog steeds 4 zware stenen (tot 150 kg) die vroeger gebruikt werden om in een gewichtshefcompetitie te bepalen wie sterk genoeg was om als visser mee te gaan op zee. Dieter mocht alvast niet mee. We bezochten Saxhóll (insert vele woordgrappen en gegniffel van Dieter), een gemakkelijk te beklimmen krater vanwaar je een mooi uitzicht hebt over het lavaveld Neshraun aan de voet van de Snæfellsjökull gletsjer.

We zochten het strandje op waar we 9 jaar geleden een dode walvis hadden gezien, en ja hoor, hij lag er nog steeds:

We reden door tot aan de Svörtufloft en de Öndverðarnesvuurtorens, een kleine oranje vuurtoren aan het einde van de wereld en een nog kleinere oranje vuurtoren aan het nog eindere van de wereld. Het was intussen reeds ver over het middaguur dus tijd voor hotdogs in de auto’s. 

Na de middag reden we door richting Kirkjufell en Kirkjuffelsfoss, één van de meest gefotografeerde bergen van IJsland en een kleine waterval ervoor (niet de moeite feitelijk na al die tientallen, zo niet honderden prachtige watervallen waarop we reeds getrakteerd werden deze reis).

We reden door naar een plekje dat we ons nog herinnerden van 9 jaar geleden, een warmwaterbron waar geen toeristen kwamen (meer nog, het was afgezet met een hek dat echter niet afgesloten was). 9 jaar geleden hielden we hier een fotoshoot met m’n broer en schoonzus, mijn zus is nog steeds boos omdat ze er indertijd niet bij was omdat ze reeds richting hotel aan het rijden waren. Speciaal voor haar opniéuw een fotoshoot zonder haar:

Maar hé, hoe komen jullie aan een familiefoto terwijl er geen andere toeristen waren? Dat komt doordat we intussen gezelschap gekregen hadden in de auto:

Net na de middag stond er een compleet doorweekte liftster langs de kant van de weg, we kregen het niet over ons hart haar niet mee te nemen. Ze was een anesthesiste uit Zwitserland en ze trok alleen door Ijsland. Ze nam ons nog mee naar een mooi plekje dat we niet kenden: de Sheep’s waterfall, opnieuw een waterval waar je achterdoor kon wandelen.

Toen we haar vertelden over de dode walvis die we 9 jaar geleden gezien hadden en onze hilarische mop (zie boven) was onze gaste even in de war, “Do you mean the dead whale I saw yesterday?”. Wij dus hup, in de auto, op zoek naar de walvis. Dat wouden de jongens immers wel eens zien, zo’n héle dode walvis.

We zetten de liftster af in Borgarnes en reden zelf verder richting Deildartunguhver, de grootste warmwaterbron van heel Europa. Hier komt zo’n 180 liter kokend water per seconde uit de grond. Dit water wordt via pijpleidingen naar naburige dorpjes gebracht waar het gebruikt wordt om de huizen te verwarmen. Superindrukwekkend, maar jammer genoeg konden we de warmwaterbron slechts van op een afstand zien omdat er werken aan de gang waren. De omgeving zelf spreekt anders ook wel tot de verbeelding: in deze dorpen vind je warme, dampende beken en riviertjes en her en der door het landschap verspreid zie je dampende poeltjes water. We eindigen de dag in Hótel Á waar we lekkere lam en vis (what else) aten, de kinderen de slappe lach kregen aan tafel, we hen na het eten een douche gaven en ze nog wat verder gingen gibberen in bed. Morgen is het onze laatste dag in IJsland, overmorgen zeer vroeg is het tijd om huiswaarts te keren.

posted on 26 juli 2021

Langjökull en een tweede poging op de Fagradalsfjall

Vandaag was onze laatste dag in Ijsland en we wilden er alles uit halen wat er in zat. We begonnen de dag met een blitsbezoek aan Barnafoss, onze laatste waterval van IJsland. 

We werden in de voormiddag immers verwacht voor een tochtje in de Langjökull gletsjer (Into the glacier). Het betreft geen natuurlijke ijsgrot – deze kan je enkel bezichtigen in de winter en het voorjaar, en deze zijn sowieso niet toegankelijk voor kleine kinderen – maar een gang gegraven in en onder de Langjökull gletsjer. Desalniettemin was het indrukwekkend om te doen. Alleen al de tocht er naar toe – met een omgebouwd legervoertuig óp de gletsjer – vonden de jongens geweldig.

Na deze tocht gingen we normaal gezien naar Reykjavik om daar onze laatste IJslandse uren te verslijten en omdat ons hotel voor de avond daar ook gelegen is. Maar we hadden afgelopen dagen gezien dat de Fagradalsfjall terug beginnen spuwen was. U weet wel, de vulkaan die we een vruchteloos bezoekje gaven op de eerste dag. Ook vannacht, toen ik niet kon slapen en om 05:00 de webcam nog eens checkte (de vulkaan kan live gevolgd worden via de site http://www.safetravel.is) was hij nog duchtig lava aan het rondzwieren. Maar u weet hoe dat gaat, als je een paraplu mee hebt regent het niet, en als wij de vulkaan opgaan spuwt hij niet. Zeer, zeer, zeer jammer, maar desalniettemin was het opnieuw zeer indrukwekkend om de verse lavastromen te zien liggen. Maar jammer genoeg geen rode magma of lava voor ons. We zullen nog eens terug moeten komen 😉

Het was een vermoeiende tocht voor de kindjes, maar ze speelden jeep en quad en steeds wanneer hun ‘benzine’ op was werd er bij getankt (i.e. Fanta & fruitella’s) en konden ze weer een eind verder. Het werkte wonderwel.

We wachten nog even vruchteloos op de slapende vulkaan maar het was ons niet gegund.

Na deze pittige tocht reden we terug richting Reykjavik, poetsen we de auto onderwege, aten we onze laatste hamburger in het centrum van Reykjavik en maakten we ons klaar om vannacht rond 03:00 op te staan om richting te luchthaven te vertrekken. Bij deze zit onze reis er op. Bedankt om te volgen en tot de volgende keer!

posted on 27 juli 2021

Plaats een reactie